Maten

Maten

Soms zoek je als hobbyist een uitdaging als leerproject.

Zo was ik op bezoek bij de Batavia in Lelystad. Nadat ik het schip van boven tot onder bekeken had, (geregeld mijn kop gestoten) kreeg ik het idee om die romp eens na te tekenen op schaal.

Oke. Ik kwam er achter dat in die tijd gewerkt werd met Amsterdamse voeten. Die Amsterdammers hadden toen een voet van 28,3 cm. Die voet was verdeeld in 11 duimen van 2,57 cm.

Leuk was dat geld in die VOC tijd in “pond Vlaems” of “pond grooten”  gehanteerd werd.

Eén pond Vlaams bestond uit 20 schelling en één schelling was 12 groten waard. Eén pond Vlaams was dus 240 groten waard. 

Een ervaren ambachtsman verdiende in 1625 4 schelling per dag.

Uiteraard hanteerde men in Holland “pondHollands” en die was 1/6 waard van een “pondVlaems”. 

De “pondHolland” bestond uit 20 stuivers en elke stuiver was 16 penningen waard. “PondHolland” werd ook gulden genoemd.

Eén “pondVlaams” was 120 stuivers waard want 2 groten waren gelijk aan één stuiver.

Hoewel het weinig meer met modelbouw te maken heeft: 

240 Groten = 120 stuivers = 20 schelling = 1 pond Vlaams = 6 pondHollans = 6 gulden ( nu € 1,89)

Veel informatie maar de bouw tekening van de Batavia romp heb ik nog niet gevonden.